5 grote leugens die de voedingsmiddelenindustrie heeft verspreid

Alles wat we eten en drinken, beïnvloedt onze gezondheid. Helaas verspreidt de voedingsmiddelenindustrie leugens en fabrikanten geven niet altijd prioriteit aan onze gezondheid. Gelukkig gelden in Nederland strenge regels, maar waakzaamheid is nooit verkeerd.

Het probleem is dat er leugens zijn die de voedingsmiddelenindustrie ons vertelt die bedrijven helpen om hun producten op de markt te brengen zonder echt te voldoen aan de gezonde levensstijl waar we nu naar verlangen.


  • Het begrijpen van de etiketten op het voedsel dat je eet, is van vitaal belang als je je levenskwaliteit wilt verbeteren en meer controle wilt hebben.

Heb je je ooit afgevraagd wat de waarheid is achter veel van de dingen die de voedingsmiddelenindustrie gebruikt om haar producten op de markt te brengen? In dit artikel zullen we je dus de meest voorkomende leugens van de voedingsmiddelenindustrie vertellen.

5 leugens van de voedingsmiddelenindustrie

1. Vetarme voedingsmiddelen zijn gezonder

De eerste van de grootste leugens die de voedingsindustrie verspreidt, is dat de producten met etiketten die beweren dat ze ‘vetarm’ zijn, ‘minder vet’ of ‘geen vet’ hebben, gezondere opties zijn. Helaas is dit echter niet altijd het geval.

Voedingsmiddelen waarvan het vet is verwijderd, verliezen vaak hun smaak of hebben een onaangename geur. Als bedrijven de echte smaak van deze voedingsmiddelen niet zouden verdoezelen, dan zouden nog maar weinig mensen ze willen eten.

Dat is de reden waarom deze voedingsmiddelen meestal vol zitten met:

  • suiker
  • kunstmatige zoetstoffen
  • andere kunstmatige chemicaliën

Wat er uiteindelijk gebeurt, is dat een negatief aspect simpelweg wordt ingewisseld voor een ander, dus deze versies zijn soms uiteindelijk schadelijker dan de originele versies.

In het ideale geval zou je moeten leren om de normale versies met mate te eten. Bijvoorbeeld, in plaats van een eetlepel volle boter te gebruiken om eieren te bakken, beperk je je consumptie tot een theelepel of ruil je het in voor olijfolie.


2. Voedingsmiddelen bevatten ‘geen transvetten’… terwijl ze die wél bevatten

Een andere leugen die de voedingsmiddelenindustrie ons vertelt heeft te maken met ultrabewerkte voedingsmiddelen die ‘geen transvetten’ op het etiket vermelden. De realiteit is dat als een product minder dan 0,5 g transvet per portie heeft, dan mogen bedrijven dit op het etiket zetten.

Wanneer je dus een ultrabewerkt product koopt, controleer dan de lijst met ingrediënten. Als je ergens in de lijst het woord ‘gehydrogeneerd’ vindt, dan bevat dat product transvetten.

Het is vrij gebruikelijk om gehydrogeneerde vetten te vinden in producten die zijn gelabeld als geen transvetten. Dit is een andere leugen die de voedingsmiddelenindustrie gewoonlijk verspreid.

3. “Het bevat volkoren granen”

In de afgelopen jaren heeft het idee dat volkoren granen het gezondste voedingsmiddelen zijn die we kunnen consumeren zich verspreidt.

In feite is dat ook waar. De leugen die de voedingsindustrie echter vertelt, is dat de meeste producten die we consumeren, zijn bereid met geraffineerde granen.


  • De ontbijtgranen die beweren dat ze volkoren granen bevatten, bevatten ze meestal in een zeer fijn gemalen vorm of als zeer fijngemalen bloem.
  • Dit type product kan alle ingrediënten van het graan bevatten.

Vergeet niet dat het feit dat als bewerkt voedsel kleine hoeveelheden volkoren granen bevat, het daardoor niet automatisch gezond is. Om dit te bepalen, controleer dan het etiket en kijk of het andere ingrediënten bevat, zoals suiker of fructose-glucosestroop.

4. “Glutenvrij voedsel is gezonder”

Het volgen van een glutenvrij dieet is de laatste jaren een trend geworden. Het probleem is dat niet iedereen dit type dieet zou moeten volgen. Alleen mensen die daadwerkelijk niet tegen gluten kunnen zouden dit moeilijke en dure dieet moeten volgen.

Daarnaast is een andere grote leugen die de voedingsmiddelenindustrie vertelt dat producten met het label ‘glutenvrij’ niet altijd echt glutenvrij is.

Volgens de Nederlandse wet mag een product glutenvrij genoemd worden als het minder dan 20 ppm bevat. Voor sommige mensen is deze norm echter niet streng genoeg. Zij worden toch ziek als ze deze producten eten.

Het komt ook vaak voor dat deze producten gemaakt zijn van zeer geraffineerde zetmelen met een hoge glycemische index (zoals maïszetmeel of aardappelen) en met grote hoeveelheden suiker.

Als je arts je heeft verteld dat je een glutenintolerantie hebt, dan kun je het beste voedsel eten dat thuis is bereid, met ingrediënten die geen gluten bevatten.

Als je besluit om voedingsmiddelen te kopen die geschikt voor je zijn, vergeet dan niet om het etiket zorgvuldig te controleren. 

5. Het is ‘suikervrij’

Hoe vaak controleer je de lijst met ingrediënten van het voedsel dat je eet? Als je dat doet, dan moet je weten dat het eerste ingrediënt op de lijst degene is met de grootste hoeveelheid.

De volgende op de lijst van leugens die de voedingsmiddelenindustrie vertelt, is dat veel merken normale suiker verwisselen voor andere suikers of zoetstoffen.

Eén van de opties die fabrikanten gebruiken als zoetstoffen zijn:

Al die verschillende namen verwijzen naar een enkel ingrediënt: suiker. Het verschil ligt in de oorsprong ervan.

Zelfs als dit ingrediënt niet bovenaan de lijst staat, is het echt moeilijk om een product te vinden dat het niet bevat.

Als je diabetes of prediabetes hebt, vraag dan je diëtist naar de soorten en hoeveelheden suiker die je kunt consumeren. We begrijpen dat het ingewikkeld is om dit ingrediënt volledig te vermijden dus zorg dat je hulp krijgt.

Wist je van deze leugens die de voedingsmiddelenindustrie ons vertelt? Over welke maak je je het meest ongerust?