Wat je moet weten over multiple sclerose

In dit artikel vertellen we alles wat je moet weten over multiple sclerose (ook wel MS genoemd). MS is een neurologische aandoening die het centrale zenuwstelsel aantast. Het is een chronische ziekte met verschillende omstandigheden, dus elk geval ontwikkeld zich op een andere manier.


Het ontstaat met het verschijnen van plaque – of gebieden waar de myeline verdwijnt – in het centrale zenuwstelsel. Myeline is de stof die de axons van zenuwcellen bedekt en beschermt. Zijn belangrijkste functie is het verhogen van de snelheid van de doorgifte van zenuwimpulsen. De eliminatie verklaart de risico’s die het meest kenmerkend zijn voor deze ziekte.

Wat je moet weten over multiple sclerose: wie wordt er door beïnvloedt?

Deze ziekte treft meer vrouwen dan mannen en heeft een grotere impact op blanken. Het verschijnt vaak tussen een leeftijd van 20 en 40 jaar en het volgt een geografische verspreiding.

De ziekte komt vaker voor in landen die ver van de evenaar vandaan liggen. Het komt dus vooral voor in de noordelijke landen. Sterker nog, het waren de Vikingen die de verspreiding bevorderden door hun reizen.

Het laatste bewijs wijst op een interessante invloed door de omgeving. Vitamine D en warmte zijn beschermende factoren. Dit kan de geografische spreiding van de ziekte gedeeltelijk verklaren.

Wat je moet weten over multiple sclerose: hoe ontstaat het?

Wat de genetica betreft, is aangetoond dat het verbonden is met menselijke leukocyten antigenen HLA – DR2 en HLA – DQ. Ook komt de ziekte vaker voor in gezinnen die directe familieleden hebben met de ziekte dan bij de rest van de bevolking.

Wat je moet weten over multiple sclerose: de klinische manifestaties

Neurologische symptomen

De meest voorkomende (61%) symptomen zijn gevoeligheid. Hieronder kunnen paresthesieën zijn (het gevoel van mieren die over je huid kruipen) of hypesthesie, waardoor het gevoel in een gebied afneemt.

Vaak begint bij jonge patiënten de ziekte als neuritis optica. In deze gevallen wordt het zicht wazig en is het pijnlijk om de ogen uit hun normale positie te verplaatsen. In feite kan dit bij een jongere leiden tot een eenzijdig verlies van het gezichtsvermogen. Als dit het geval is, dan moet MS nooit worden uitgesloten. Een ander symptoom kan dubbel zien zijn.


Zwakte en motorische symptomen verschijnen net zo vaak als neuritis optica. Ze zijn een gevolg van de beschadiging van het piramidevormig kanaal.

Ondertussen verschijnen er door medullaire laesies vaak ook andere symptomen. Ze kunnen impotentie en de urgentie om te plassen veroorzaken. Bij cervicale laesies kan het het teken van Lhermitte veroorzaken, wat bij het bewegen van de nek een gevoel van een pijnlijke elektrische schok geeft.

En als er een hersenlaesie is, kan het moeilijk zijn om woorden uit te spreken. Er kan ook een gebrek aan coördinatie, nystagmus en trillingen zijn.

In vergevorderde gevallen is het vrij normaal om neurologische stoornissen te ervaren die zich manifesteren in verlies van geheugen. Daardoor kunnen er ook gedragsveranderingen optreden, aanvallen van euforie en verschijnselen van terughoudendheid.

Patiënten ervaren vaak een depressie, vooral wanneer zij voor het eerst de diagnose krijgen. De depressie is echter reactief en wordt niet door de ziekte zelf opgewekt.

Patronen die zich ontwikkelen

MS kan zich ontwikkelen volgens een of meer van de volgende patronen:


  • Relapsing remitting patroon: 85% van de gevallen volgt dit patroon. Dit patroon produceert schubs (perioden van achteruitgang) zonder nasleep waarbij de symptomen vervolgens terugkeren naar de beginsituatie.
  • Secundair progressief patroon: in sommige gevallen beginnen de symptomen na een periode van schubs toe te nemen.
  • Primair progressief patroon: 10% van de gevallen volgt vanaf het begin een progressieve curve, zonder de ervaring van schubs. Helaas heeft deze vorm een slechte prognose.
  • Progressief relapsing patroon: dit komt slechts voor bij 5% van de gevallen van deze ziekte. In deze situatie neemt de ziekte vanaf het allereerste begin een progressief pad. Er zijn ook schubs en de symptomen worden verergerd door schubs.

Wat je moet weten over multiple sclerose: diagnose

De diagnose van MS wordt in principe in het ziekenhuis gesteld. Daarnaast zijn er twee fundamentele vereisten:

  • Er zouden 2 of meer episodes van symptomen moeten zijn, die gescheiden worden door minstens een maand zonder symptomen (temporele verspreiding).
  • De symptomen en tekens moeten minstens 2 verschillende laesies bevatten (ruimtelijke verspreiding). Bijvoorbeeld verlamming in één been en wazig zicht aan één oog.

Een reeks van onderzoeken ondersteunt de diagnose.

Analyse van hersenvocht (CSF)

Normaal hersenvocht is volledig transparant en acellulair. Het hersenvocht van een persoon met MS toont het volgende:

  • Een verhoging van de lymfocyten en van de volledige eiwitten.
  • Een verhoging van de Ig G bij bijna 80% van de patiënten.

Evoked potentials

Door deze techniek te gebruiken, kan men de snelheid van de sensorische paden bepalen. De detectie van een vertraging van de elektrische geleiding in de neurale transmissie suggereert dat er een gedemyeliniseerde laesie is.

Gelukkig kan een arts dit diagnosticeren zonder een kliniek. Tegenwoordig meten ze het bijna uitsluitend door visuele evoked potentials.

MRI (magnetische resonantie)

Dit is de test met de beste resultaten voor een diagnose. Met slechts één onderzoek kunnen experts het volgende bepalen:

  • Het aantal laesies
  • De ruimtelijke verspreiding
  • De temporele verspreiding (de meest recente laesies zijn het best zichtbaar)

In een MRI kunnen ‘Dawson vingers’ worden waargenomen. Dit zijn ovale laesies (zoals vingers).  Ze staan ​​loodrecht op de cerebrale ventrikels en zijn laesies die bovendien heel kenmerkend zijn voor deze ziekte.

Wat je moet weten over multiple sclerose: behandeling

Op dit moment is er nog steeds geen remedie voor deze ziekte.

De huidige behandelingen gaan echter twee richtingen op:

  • Aan de ene kant kalmeren ze de symptomen van de schub.
  • Aan de andere kant wijzigen ze het verloop van de ziekte.

Daarnaast zijn er medicijnen die gericht zijn op het behandelen van de symptomen.

  • Behandeling van de ernstige schubs gaat gepaard met een megadoses corticosteroïden. Het patroon en de wijze van toediening hangen onder andere af ​​van de ernst van de schub.
  • Immunomodulatoren worden gebruikt om het verloop van de ziekte aan te passen. Glatirameer en bèta-interferon zijn de primaire geneesmiddelen. Dit zijn namelijk de meest effectieve die er bestaan. De secundaire verdedigingsmiddelen zijn natalizumab en fingolimod.

De hoge mate van depressie bij deze patiënten verklaart de noodzaak bovendien van een goede, ondersteunende psycholoog.