Longkanker is een van de belangrijkste doodsoorzaken. In dit artikel bespreken we de oorzaken en diagnose van longkanker.
Helaas is het een moeilijke ziekte om te ontdekken in de beginfase. Hierdoor is het moeilijk om tijdig een effectieve behandeling op te starten. Omdat de diagnose vaak later komt, zijn behandelingen voor gevorderde stadia van longkanker vaak niet optimistisch.
In de meeste gevallen kunnen cellen beschadigd DNA detecteren en repareren. Als een cel ernstig beschadigd is en zichzelf niet kan herstellen, activeert deze een geprogrammeerde celdood of apoptose.
De exacte oorzaak van longkanker wordt nog altijd onderzocht. Het is echter bewezen dat bepaalde risicofactoren lichaamscellen kankerachtig kunnen maken. Deze risicofactoren zijn onder meer door erfelijkheid bepaald en door blootstelling aan bijvoorbeeld straling. De meest duidelijke factor is echter het gebruik van tabak.
Verband met tabaksgebruik
Met de introductie van de eerste sigarettenrollers in 1876, werd tabak voor veel mensen toegankelijk. In die tijd kwam dit type kanker niet veel voor. Naarmate de tijd verstreek werd roken steeds populairder. Ook steeg het aantal gevallen van longkanker.
Momenteel is ongeveer 85% van alle gevallen van longkanker gerelateerd aan het gebruik van tabak. Radongas, vervuiling, gifstoffen en andere factoren dragen bij aan de resterende 15 %.
Zowel sigaretten als sigarettenrook bevatten meer dan 70 kankerverwekkende chemische stoffen. Enkele daarvan zijn de volgende:
- Arseen (een insecticide)
- Benzeen (een benzine-additief)
- Lood (een zeer giftig metaal)
- Cadmium (zit ook in batterijen en in accu’s))
- Isopreen (gebruikt om synthetisch rubber te maken)
Het belang van de cilia
Sigarettenrook kan de werking van de cilia, de trilhaartjes in het slijmvlies van de luchtwegen, verminderen of verlammen.
De trilhaartjes zijn verantwoordelijk voor het elimineren van gifstoffen, carcinogenen, virussen en bacteriën. Wanneer sigarettenrook de cilia beschadigt of vernietigt, kunnen alle schadelijke elementen zich in de longen ophopen. Daardoor wordt een verscheidenheid aan problemen veroorzaakt. Deze kunnen variëren van infecties tot kanker.
Risicofactoren
- Genetica. Helaas zijn er patiënten die longkanker ontwikkelen zonder enige gerelateerde medische geschiedenis.
- Drinkwater dat een hoge concentratie arseen bevat. Dit kan de kans op het ontwikkelen van de ziekte vergroten. Het is echter niet duidelijk hoe dit proces verloopt.
- Tabaksgebruik. Hoewel we nog steeds niet weten wat de oorzaak van adenocarcinoom in de longen is, komt het vaker voor bij rokers dan bij niet-rokers. Een van de meest voorkomende risicofactoren is passief roken, radongas, luchtverontreiniging en beroepsmatige blootstelling.
Meeroken
Mensen die roken vergroten niet alleen hun eigen risico op het ontwikkelen van longkanker, maar ook dat van anderen. Een niet-roker die bij een roker woont, heeft een 20% tot 30% hogere kans om deze ziekte te ontwikkelen. Dit komt door de blootstelling aan rookconcentraties in zijn of haar omgeving.
Radon
Radongas is een radioactief gas. Als het uiteenvalt in andere stofdeeltjes en het ingeademd wordt, dan kan het op longweefsel vast gaan zitten. Door afgegeven straling kan het weefsel vervolgens beschadigen.
Rokers die aan dit gas worden blootgesteld, lopen een groter risico om de ziekte te krijgen dan niet-rokers. Radongas is een aardgas, maar het kan in huizen sijpelen en zich ophopen in kelders en kruipruimtes.
Luchtvervuiling
Luchtvervuiling draagt ook bij aan de ontwikkeling van longkanker. De vervuilende stoffen die door de lucht worden gedragen, zoals dieselrook, kunnen ertoe leiden dat sommige mensen deze ziekte ontwikkelen. Naar schatting wordt ongeveer 5% van de gevallen van longkanker veroorzaakt door luchtverontreinigende stoffen.
Beroepsmatige blootstelling
Roken is zoals gezegd de grootste risicofactor is voor het ontstaan van dit type kanker. De blootstelling aan bepaalde chemische componenten en producten vormt echter nog een andere risicofactor.
Chemische stoffen zoals asbest, arsenicum en benzeen verhogen de kans op het ontwikkelen van longkanker.
De blootstelling aan asbest kan zelfs vele jaren na de eerste blootstelling longvlieskanker (mesothelioom) veroorzaken. Deze mensen lopen het risico om tientallen jaren met deze vorm van kanker rond te lopen. Soms wel 30 tot 40 jaar.
Symptomen
Wanneer een persoon met longkanker klachten krijgt, zijn de meest voorkomende symptomen die ze ervaren:
- Vermoeidheid
- Pijn op de borst
- Gewichtsverlies
- Kortademigheid of piepende ademhaling
- Chronische hoest, bloed ophoesten
Soorten longkanker
- Kleincellige longkanker. Dit type omvat ongeveer 15% van de totale gevallen. Deze vorm van longkanker verspreidt zich meestal snel.
- Niet-kleincellige longkanker. Dit is het meest voorkomende type. Het vertegenwoordigt ongeveer 80% van alle gevallen van longkanker en is niet zo agressief. Met andere woorden, het verspreidt zich in langzamer tempo naar andere weefsels en organen.
Verschillende soorten kanker kunnen uitzaaiingen hebben in de longen. Deze worden dan echter niet als longkankersoorten beschouwd.
Diagnose
Helaas vertonen de eerste fasen vaak geen zichtbare symptomen die ons erop wijzen dat er iets ernstigs met ons aan de hand is. In veel gevallen zijn de symptomen namelijk algemeen. Hierdoor vermoeden we vaak geen kanker.
Ongeveer 25% van de mensen die geen symptomen vertonen krijgt de diagnose longkanker via een longfoto of tijdens een routinetest.
Als de routinetests wijzen op longkanker, moet de arts doorgaan met testen om de diagnose te bevestigen. Een medisch specialist kan onder andere pathologisch onderzoek verrichten om het stadium van de longkanker te classificeren en te bepalen.
Preventie van longkanker
De meest aanbevolen (en voor de hand liggende) manier van voorkomen is om tabaksgebruik te vermijden. Of op zijn minst moet je de gewoonte aanzienlijk verminderen.
Rokers die stoppen met roken kunnen hun risico op longkanker verkleinen. Na tien jaar lopen ze hetzelfde risico als iemand die niet rookt.
Daarnaast is het van belang om een gezonde levensstijl te handhaven, excessen te vermijden en voorzorgsmaatregelen te nemen met chemicaliën en giftige stoffen in het algemeen.