Verlatingsangst is een stoornis die veel voorkomt tijdens de ontwikkeling van kinderen.
Gewoonlijk treedt het op bij baby’s tussen de acht en de twaalf maanden oud. Het verdwijnt meestal wanneer ze ongeveer 24 maanden oud zijn, maar sommige kinderen vertonen symptomen van verlatingsangst tijdens de lagere schoolperiode en tijdens de adolescentie.
- Deze stoornis is meestal een aanwijzing dat er problemen zijn met de algemene stemming en de geestelijke gezondheid.
- Een derde van de kinderen met deze stoornissen zal als volwassene gediagnosticeerd worden met een mentale ziekte.
- Daarnaast stellen we vast dat ongeveer de helft van de doorverwijzingen in de geestelijke gezondheidszorg gebeurt omwille van het vermoeden van deze stoornis.
In dit artikel bespreken we deze aandoening en enkele van de symptomen.
Welke symptomen verdienen onze aandacht?
De symptomen van verlatingsangst treden op als een kind gescheiden wordt van de ouders of verzorgers. Wat het kind dan ervaart, is een vrees om gescheiden te worden van die belangrijke personen.
Je moet op een aantal symptomen letten:
- Het niet kunnen loslaten van de ouders.
- Heftig en overmatig huilen.
- Weigeren om dingen te doen waardoor het kind afstand moet nemen van de ouders.
- Lichamelijke ziekten, zoals hoofdpijn en braken.
- Gewelddadig gedrag en emotionele woedeaanvallen.
- Weigeren om naar school te gaan.
- Slechte prestaties op school.
- Er niet in slagen om op een gezonde manier met andere kinderen om te gaan.
- Weigeren om alleen te slapen.
- Voortdurende nachtmerries.
Wat zijn de risicofactoren die kunnen leiden tot verlatingsangst?
In het algemeen zijn kinderen met de volgende karakteristieken vatbaarder om deze stoornis te ontwikkelen.
- Een familiegeschiedenis waarin depressie en angst voorkomen.
- Kinderen met een verlegen persoonlijkheid.
- Een lage socio-economische achtergrond.
- Kinderen die overbeschermd worden.
- Een gebrek aan juiste interactie met de ouders.
- Problemen met het contact met kinderen van dezelfde leeftijd.
Verlatingsangst kan ook optreden nadat het kind een stressvolle gebeurtenis heeft meegemaakt, zoals:
- Verhuizen naar een nieuw huis.
- Veranderen van school.
- De scheiding van de ouders.
- Het overlijden van een familielid of van een goede vriend.
Hoe diagnosticeert men de stoornis verlatingsangst?
Als je merkt dat jouw kind drie of meer van deze symptomen vertoont, dan is het mogelijk dat het lijdt aan deze stoornis.
Er bestaan in het algemeen twee methoden waarmee je op een positieve manier deze situatie aan kunt pakken. De meest doeltreffende behandeling is therapie.
Met name cognitieve gedragstherapie wordt gebruikt om kinderen technieken te leren zodat ze kunnen omgaan met de angst. Onderdelen van deze therapie zijn diep ademhalen en ontspanningsoefeningen.
Een andere methode is de therapie waarbij men zich richt op de interactie tussen ouder en kind. Voor de ouders zijn dit de drie belangrijkste fases in de behandeling:
1. Directe interactie met de kinderen
In de eerste plaats richt deze fase zich op het verbeteren van de kwaliteit van de relatie tussen ouders en kinderen. Men focust op warmte, aandacht en loven. Dit helpt je om jouw kind een sterker gevoel van veiligheid te laten ervaren.
2. Directe interactie met de ouders
Hier leert men de ouders waarom hun kind zich angstig voelt.
De kindertherapeut zal een waardeschaal ontwikkelen die situaties toont waarin gevoelens van angst bij het kind veroorzaakt worden. Tegelijkertijd wordt getoond hoe je met beloning kan werken en positieve reacties van het kind belonen.
3. Oudergerichte interactie
Het doel van de laatste fase is ouders te leren hoe ze duidelijk kunnen communiceren met hun kinderen. Dit is een heel fundamentele factor. Ouders leren dan hoe ze het wangedrag van de kinderen onder controle kunnen houden.
Schoolfactoren
Een ander belangrijk aspect dat aandacht verdient, is de schoolomgeving. Het kind heeft een veilige plaats nodig om naartoe te gaan als het zich angstig voelt.
Bovendien moet je een manier zoeken die je kind de mogelijkheid biedt om contact met jou te houden, zelfs tijdens de schooluren of in andere gevallen waar het weg is van thuis.
Het is ook essentieel dat de leerkracht het kind aanmoedigt om met de klasgenootjes om te gaan, want er bestaat immers geen specifieke medicatie om verlatingsangst te behandelen.
Vaak worden antidepressiva voorgeschreven aan oudere kinderen met deze aandoening. Het is uiteraard belangrijk dat een specialist te allen tijde hierop toezicht houdt, omdat deze medicatie een aantal bijwerkingen heeft.
Beïnvloedt verlatingsangst het gezinsgebeuren?
Deze stoornis tast natuurlijk ook de emotionele en sociale ontwikkeling aan. Dit kan als gevolg hebben dat het kind vermijdt om te experimenteren, terwijl dit cruciaal is voor een normale ontwikkeling.
In werkelijkheid kan deze stoornis het gezinsleven op meerdere vlakken beïnvloeden:
- Een eerste vaststelling is dat het impact heeft op de activiteiten van het gezin, doordat ze afgeremd worden door het negatieve gedrag van het kind.
- Daarnaast kan het gebeuren dat de ouders gefrustreerd raken door hun kind. Dit komt vooral voor als ouders weinig of geen tijd hebben voor zichzelf of voor elkaar.
- Bovendien kunnen de broers en zussen van een kind met verlatingsangst jaloers worden, omdat hun broer of zus zo veel aandacht krijgt.
Onthoud vooral dat het belangrijk is dat je altijd samenwerkt met de specialist. Die zal je namelijk helpen om het probleem op de juiste manier op te lossen. Verlatingsangst is een aandoening die speciale zorg vereist.
Daarom adviseren we je ook om in geen geval te beslissen om dit op eigen houtje aan te pakken. De beste manier is integendeel om het advies te volgen van personen die deze stoornis echt goed kennen. De informatie in dit artikel is enkel bedoeld als een richtlijn.
Alleen een specialist kan de juiste diagnose stellen en dus bepalen of jouw kind lijdt aan deze stoornis of aan een andere.