Nee ik ben geen vegetariër! Je zou bijna denken van wel he? Het is een beetje veel vega hier op de site de laatste tijd. Hoog tijd om weer eens een lekker vleesje op het blog te zetten en wel in de vorm van saté babi, oftewel saté van varkenshaas.

Ik eet niet zo vaak vlees en daarom verschijnen hier ook meer groente receptjes dan vlees gerechten staan. Toch vind ik het best lekker op zijn tijd. Ik ben bijvoorbeeld dol op saté en dan het liefst van de haas, varkenshaas in dit geval. Het liefst eet ik het met dikke frieten met mayonaise, maar het past ook heel goed bij een lekker Indonesische nasi goreng.

Je kunt pindasaus heel gemakkelijk zelf maken. Heb je daar geen zin in of tijd voor dan raad ik je de potten van Calvé aan. Het is een soort pindakaas wat je even moet aanlengen met wat water. Zelf vind ik dat stiekem een heerlijke satésaus.

Saté voor 4 stokjes
600 gr varkenshaas
3 el olijfolie
2 el ketjap
2 teentjes knoflook
Peper en zout

Satésaus
75 gr ongezouten pinda’s
1 tl komijn
1 tl korianderzaad
1 tl sambal
1 teen knoflook
1 el ketjap
1/2 ui gesnipperd
175 ml water

Bereidingswijze
Maak een marinade van de ketjap en de olie. Hak de knoflook fijn en voeg deze toe aan de marinade. Breng de marinade op smaak met peper en zout.

Snij de varkenshaas in blokjes van ongeveer 2,5 x 2,5 cm en leg deze minimaal twee uur in de marinade.

Voor de pindasaus maal je de pinda’s fijn in een keukenmachine. Voeg de knoflook, de komijn, het korianderzaad, de ketjap en de sambal toe en mix het zo glad mogelijk. Als je van grove saté houdt, mix je het korter.

Rijg de stukken varkenshaas aan een spies en bak ze rondom bruin in een grillpan.

Voor de saus neem je een sauspan. Fruit een ui aan in wat olie en voeg het pindamengsel toe. Bak het geheel kort aan en voeg beetje bij beetje het water toe. Als de saus te dik is, voeg je extra water toe.

Serveer de saté met de saus, ik hou er van om het apart te doen, maar je kunt het er natuurlijk ook overheen gieten.