Ratatouille is een Frans stoofgerecht uit de Provence dat vaak gegeten wordt met brood. Je kan het zowel koud als warm eten. Ik heb wel eens de klassieke ratatouille gemaakt, maar zelf hou ik meer van de moderne versie. In een klassieke ratatouille gaan meestal uien, tomaten, courgette, aubergine en knoflook. Dit wordt zachtjes gestoofd in een pan, totdat alle groenten zacht geworden zijn.

Ik heb de ratatouille in de oven gegaard, waardoor de groentes meer hun structuur behouden. Bovendien is dit ook heel makkelijk en is het een ideaal recept voor een doordeweekse dag. Je kunt er net als de Fransen brood bij eten, maar je kan het ook prima serveren met gebakken aardappeltjes of pasta of rijst.

Ingrediënten voor 4 personen
1 courgette
1 aubergine
5 tomaten
1 rode paprika
Knoflook olie
Tijm
Peper en zout

Zo maak je het
Verwarm de oven voor op 180 graden.

Voor de knoflook olie, hak je een teentje knoflook fijn en voeg je dit aan wat olijfolie toe.

Was de groentes.

Snij de aubergine, de tomaten en de courgette in dunne plakken.

Snij de paprika in reepjes.

Neem een grote ovenschaal en verdeel de groentes over de schaal. Het staat het leukste als je de plakjes om en om in de schaal legt.

Verdeel de paprika reepjes over de schaal.

Bestrijk de groentes met de knoflook olie en breng de schotel op smaak met peper, zout en tijm.

Bak de ratatouille in ongeveer 20 – 25 minuten gaar in de oven.