Als klein meisje was kip kerrie mijn lievelingseten! Ik weet nog dat we vaak in het restaurant van mijn tante gingen eten en dat ik dan altijd kip kerrie bestelde. Helemaal zelf gemaakte kerriesaus, ik was er dol op. En hoewel ik het nu bijna nooit meer eet, kreeg ik ineens een ingeving! En de kip kerrie smaakte nog net zo lekker als vroeger!

Ingrediënten voor 4 personen
350 gr kipfilet
25 gr boter
2 el room (ik nam light room)
30 gr bloem
1 ui
200 gram sperziebonen
2 stevige appels
350 ml bouillon
2 el kerriepoeder
1 tl kurkuma
1 stukje verse gember

Bereidingswijze
Laat de kipfilets garen in de bouillon. Zet hiervoor een ruime pan op met bouillon, eventueel van een blokje en laat de kipfilets ongeveer 15 minuten koken op een zacht vuurtje. Zorg ervoor dat het niet te hard kookt anders wordt de kip droog. Laat de kipfilets vervolgens afkoelen in de bouillon en gooi deze niet weg!

Blancheer de boontjes in ongeveer 4 minuten beetgaar in water met zout.

Neem een grote pan en laat de boter hierin smelten. Voeg de ui toe en fruit deze aan. Rasp de verse gember en voeg deze toe aan de ui. Voeg vervolgens de kurkuma en de kerriepoeder toe en roer het geheel om.

Voeg vervolgens de bloem toe en zorg dat de uien droog en zanderig aanvoelen. Dit is de basis voor de saus. Voeg nu beetje bij beetje de bouillon toe, totdat de saus de door jouw gewenste dikte heeft. Het mag best iets vloeibaarder zijn, want de saus kan nog een beetje inkoken.

Voeg de geblancheerde boontjes toe en roer deze door de kerriesaus. Neem de kipfilets en trek deze voorzichtig uit elkaar en voeg deze bij de saus. Voeg de kookroom toe en laat de saus op een laag vuurtje even pruttelen. Voeg als laatste de stukjes appel toe en kook deze kort mee.

Breng de kip kerrie eventueel nog wat op smaak met peper en zout en serveer de kerrie met rijst!