Veranderingen in het hartritme en de hartslag komen vaak voor. In vele gevallen stellen ze gelukkig geen enkel probleem. Er zijn verschillende vormen van aritmie.
Wat is aritmie?
Ten eerste wordt aritmie ook wel een hartritmestoornis genoemd. Het is een verandering die de hartslag en het hartritme beïnvloedt en waarvoor geen fysiologische verklaring is. Onthoud dat de hartslag verwijst naar het aantal slagen per minuut. Het hartritme kan regelmatig of onregelmatig zijn. Aritmie is dus een stoornis die de hartslag of het aantal keren dat het hart slaat aantast.
Als je om één of andere reden zenuwachtig bent dan kan je hartslag verhogen. Dit is niet noodzakelijk pathologisch. Het betekent eigenlijk gewoon dat de frequentie stijgt als gevolg van de spanning die de zenuwachtigheid veroorzaakt. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer je je bedreigd voelt.
Als er anderzijds ‘zonder enige reden’ veranderingen optreden dan beschouwt men het als iets pathologisch. Dit is dus het geval wanneer men geen eigenlijke reden vindt voor de stijging van de frequentie in het aantal hartslagen. In dit geval moet je een arts raadplegen. Die zal dan verder uitgebreide onderzoeken uitvoeren. Een aritmie kan tenslotte een daling of een stijging zijn in de frequentie of een verandering in het normale hartritme.
De verschillende vormen van aritmie komen voort uit:
- stoornissen van het ritme van de hartslag.
- veranderingen van de hartgeleiding.
- een combinatie van beide.
Vormen van aritmie: een onregelmatige hartslag
Extrasystolen
Een atriale extrasystole treedt op als resultaat van een ectopische focus in het atrium van het hart. Dan doet er zich een gevorderde depolarisatie voor die op zijn beurt een ‘vroegtijdige’ hartslag veroorzaakt. Na de ectopische hartslag is er een pauze die gevolgd wordt door een normale slag. Een prikkel op het niveau van de atrioventriculaire knoop veroorzaakt dan een atrioventriculaire extrasystole. Als gevolg hiervan is de werking van de ventrikels normaal terwijl de atria teruglopend werken.
Na de ectopische hartslag is er een compenserende pauze die gevolgd wordt door een normale slag. Extrasystolen komen heel vaak voor. Eigenlijk is het één van de meest voorkomende vormen van aritmie. Meestal geven ze geen enkel probleem en vereisen ze geen behandeling.
Vormen van aritmie: een te hoge hartslag
Tachycardie
Tachycardie is een minimale opeenvolging van drie slagen met een frequentie die groter is dan 100 slagen per minuut. Afhankelijk van hun oorsprong verdelen we tachycardie in twee groepen:
- Supraventriculair: deze vorm ontstaat boven de Bundel van His. Op een elektrocardiogram zien we dan smalle QRS-complexen (<0.12 sec) verschijnen.
- Ventriculair: deze ontstaat onder de Bundel van His. Hier verschijnen brede QRS-complexen (>0.12 sec) op een elektrocardiogram.
Er worden meerdere soorten tachycardie onderscheiden.
- Sinustachycardie is een normale reactie op vele situaties. Het kan onder andere een gevolg zijn van een training, angstgevoelens, pijn, koorts, koffiegebruik, enzovoort. Je hoeft tachycardie niet specifiek te behandelen. Je moet echter wel de oorzaak aanpakken. Bij sinustachycardie stijgt simpelweg de frequentie waarop de hartslagen optreden. In dit geval komen de hartslagen voort uit de sinusknoop. Dat is onze ‘echte pacemaker’. De hartslag-frequentie is dan groter dan 100 slagen per minuut.
- Atriale tachycardie is ook bekend als een ‘hittefenomeen’. Het ontstaat in de atriale ectopische knoop. Het veroorzaakt een frequentie die hoger dan normaal is. Het gevolg is dat de normale focus belemmerd wordt en dat de ectopische focus overneemt. Die laatste regelt dan de hartslag. Dit is een heel specifiek proces. De hartslag stijgt geleidelijk, bereikt zijn maximum en daalt dan. De behandeling omvat bètablokkers of calcium-antagonisten.
- Ventriculaire tachycardie ontstaat vanuit een ectopische focus onder de Bundel van His. De voornaamste oorzaak van ventriculaire tachycardie is een oud hartinfarct.
Atriale fibrillatie
Atriale fibrillatie is een type van asystole. Het is één van de vormen van aritmie die het meest voorkomen. Het bestaat uit vruchteloze atriale samentrekkingen die het gevolg zijn van een heel snel, chaotisch en gedesynchroniseerd ritme. De atria trekken niet op een normale manier samen met als gevolg dat het bloed stopt met stromen.
- Bloed dat zich ophoopt (stasis) verhoogt het risico op bloedklonters. Daardoor is er een hoger risico op embolie. Een atriale fibrillatie (AF) is de voornaamste oorzaak van embolie (longembolie, herseninfarct…).
- Wanneer de ventrikels zich niet op de juiste manier vullen, dan stijgt de hoeveelheid bloed dat het hart door het lichaam pompt.
- Terwijl het bloed zich ophoopt, verhoogt tenslotte de druk in de atria. Dit leidt tot een mogelijk longoedeem.
Behandeling:
- Het sinusritme herstellen en de ventrikels vertragen.
- Embolieën voorkomen.
- Episodes van aritmie voorkomen.
Elektrische of farmacologische cardioversie kan het sinusritme herstellen. Zodra het ritme onder controle is, helpen bètablokkers om de frequentie onder controle te houden. Daarnaast kunnen antistollingsmiddelen of antibloedplaatjes-agentia een rol spelen in het voorkomen van embolieën. Medicijnen tegen aritmie kunnen vermijden dat het zich herhaalt.
Ventriculaire fibrillatie
Ventriculaire fibrillatie is meestal het resultaat van een snelle en herhaaldelijke ventriculaire tachycardie. Het gevolg is dat een chaotisch, snel ritme optreedt dat volledig ondoeltreffend is. Dit leidt dan in enkele minuten tot een asystolie en overlijden.
Tijd is dus van het allergrootste belang. Als er geen defibrillator aanwezig is, dan is het noodzakelijk dat men reanimeert tot er een defibrillator beschikbaar is.
Vormen van aritmie: een te lage hartslag
Deze vormen van aritmie worden bradycardie genoemd.
Sinusbradycardie of het ‘sick sinussyndroom’
Een daling van de hartslag onder 60 treedt op als gevolg van een verandering in de sinusknoop, de ‘pacemaker’. De schade aan de sinusknoop treedt op als gevolg van:
- Hypoperfusie
- Farmacologische schade
- De ziekte van Chagas
- Sommige systemische ziekten, zoals hypothyroïdie
Auriculair-ventriculair blokkade of AV-blok
Dit doet zich voor wanneer er een vertraging is in de overdracht van de elektrische prikkel tussen de atria en de ventrikels. Deze vormen van aritmie worden volgens de graad van de ernst opgedeeld van één tot drie:
- Eerstegraads blokkade: vermindert de snelheid van de prikkeloverdracht zonder blokkade.
-
Tweedegraads blokkade: dit is een gedeeltelijk blokkade van de prikkel. Er zijn twee vormen: type 1 block, ook Mobitz 1 of Wenckebach genoemd en type 2 block of Mobitz 2 genoemd.
- Type Eén: de snelheid van de overdracht daalt geleidelijk tot de blokkade van de overdracht van één of meerdere van de overdrachten plaatsvindt. Het normale ritme keert dus terug. Men beschouwt dit als goedaardig en asymptomatisch.
- Type Twee: een blokkade treedt op. Het gebeurt minder vaak. Maar het is zelfs ernstiger want het kan leiden tot een volledige blokkade. Deze blokkade kan een specifieke volgorde hebben maar kan ook variëren. Meestal is het nodig om een pacemaker te plaatsen.
- Derdegraads blokkade: dit is een volledige blokkade van de elektrische prikkels. De ventrikelatria zijn ‘niet verbonden’. De symptomen zullen afhangen van het feit of een ‘ontsnappingsritme’ op gang gebracht wordt. Het bestaat uit de aanmaak van slagen die lager dan het blokkadepunt liggen. Die zorgen ervoor dat de hartcyclus blijft duren. Een pacemaker zal dan nodig zijn.