Waarom slapen we slecht?

We maken ons wel eens zorgen over de aanbeveling om 7 tot 8 uur onafgebroken te slapen. Helemaal wanneer we midden in de nacht wakker worden en binnen één of twee uur niet weer in slaap kunnen vallen. Het zorgt ervoor dat we ons afvragen waarom we slecht slapen.

Er wordt altijd aangeraden om per dag zeven tot acht uur ononderbroken te slapen om een goede slaapkwaliteit te krijgen, wat ook bij zal dragen aan een betere kwaliteit van leven.

Wat we tot op heden echter gezien hebben als een verandering van het slaappatroon, kan iets zijn dat veel natuurlijker is dan je denkt en zelfs bevorderlijk kan zijn.

In het begin van je jaren 90 voerde psychiater Thomas Wehr een onderzoek uit waarbij een groep mensen een maand lang dagelijks blootgesteld werd aan veertien uren duisternis. Het duurde even voordat resultaten bereikt werden. In de vierde week kon men echter zien dat het slaappatroon van de groep veranderd was.

Ondanks dat ze allemaal gewend waren aan meer dan zes uur ononderbroken slapen, sliepen ze in de vierde week vier uur, vervolgens waren ze één of twee uur wakker en daarna sliepen ze weer vier uur.

De resultaten van het onderzoek maakten indruk op veel slaapwetenschappers. Ze denken echter nog steeds dat per dag acht uur ononderbroken slapen het beste is.

Slaapgewoontes veranderde na verloop van tijd…

In 2001 publiceerde Roger Ekrirch van de Virginia Tech University een onderzoek van vijftien jaar. Hier kon historisch in teruggevonden worden dat mensen vroeger in twee onderscheidende fases sliepen.

In 2005 publiceerde hij een boek met de naam ‘At Day’s Close: Night in Times Past’. Hier zijn onder andere zo’n 500 referenties van een gesegmenteerd slaappatroon in terug te vinden. Deze referenties waren onder andere dagboeken, medicijn- en literatuurboeken en andere bronnen, zoals Homerus’ Odyssey en Nigeriaanse stammen.

Dit lange onderzoek kon laten zien dat mensen niet altijd acht uur ononderbroken achter elkaar kunnen slapen. Er werd juist aangegeven dat het voor veel mensen makkelijker is om kortere periodes in de nacht te slapen, wat uiteindelijk ook op de aanbevolen hoeveelheid nachtrust komt.

Vroeger startte een slaappatroon met:

  • Drie of vier uur slaap.
  • Gevolgd door twee of drie uur wakker zijn.
  • Daarna aangesloten slaap tot in de vroege ochtend.

Dit alles werd gedaan in een tijdsbestek van twaalf uur, wat normaal was voor een goede nachtrust.

Wanneer veranderde het slaappatroon?

Aan het einde van de zeventiende eeuw veranderde dit slaappatroon echter. Men begon de gewoonte te volgen die we vandaag de dag allemaal kennen.

Volgens het onderzoek van Ekirch begon het slaappatroon van twee fasen te verdwijnen in de hogere stedelijke klassen in Noord-Europa in de zeventiende eeuw. In een tijdsbestek van 200 jaar werd het slaappatroon overgenomen door de hele westerse cultuur. Rond 1920 was het idee van twee korte periodes van slaap volledig verdwenen.

Volgens sommige experts is gesegmenteerde slaap normaal voor het lichaam. Veel personen ervaren het nog steeds regelmatig in de nacht. De conclusies van Ekirch door zijn jarenlange onderzoek geven aan dat veel van onze slaapproblemen gekoppeld kunnen worden aan de voorkeur van het lichaam om in twee fases te slapen.

Om dit te ondersteunen gebruikte Ekirch het feit dat aan het van de negentiende eeuw iets begon te verschijnen wat we vandaag de dag kennen als slapeloosheid.

Dit is een probleem waarbij personen in het midden van de nacht wakker worden. Ze hebben dan moeite om weer in slaap te vallen. Dit gebeurde kort nadat het gesegmenteerde slaappatroon begon te verdwijnen.

De reden dat we nu slecht slapen

Volgens psycholoog Greg Jacobs kan het idee van één lange slaap in plaats van segmenteren schadelijk worden. Mensen kunnen namelijk midden in de nacht wakker worden vol met angst. Dit kan voorkomen dat ze weer in slaap vallen. Het zorgt ervoor dat ze vervolgens de hele nacht wakker blijven.

Vroeger werd de tijd tussen de twee fases gebruikt om te:

  • Mediteren over de dromen
  • Lezen
  • Bidden
  • Spirituele oefeningen te doen

Jacobs ziet dit soort activiteiten als een erg belangrijk element om stress natuurlijk te reguleren. Om die reden is het niet raar dat mensen nu last hebben van angst, stress, depressie of alcoholisme, vooral als je nagaat dat de technologie de slaappatronen van mensen ook heeft veranderd.