Wat is een hartinfarct en hoe behandel je het?

Een hartinfarct is een zeer ernstig medisch noodgeval vanwege het hoge sterftecijfer. Bovendien is het een van de belangrijkste doodsoorzaken, samen met kanker. 

Myocardinfarct is de medische naam die wordt gegeven aan de dood van de spiervezels van het hart.


Op basis van bevindingen van het hartfilmpje kunnen hartaanvallen worden ingedeeld in:

  • Hartinfarct met verhoging ST-segment (STEMI)
  • Hartinfarct zonder verhoging ST-segment (Non-STEMI)

Vanzelfsprekend is deze kwalificatie zeer nuttig. Het bepaalt namelijk wat de initiële therapeutische benadering van de medische staf naar de patiënt zal zijn.

Epidemiologie van een hartinfarct

Hartinfarcten veroorzaken ongeveer 13 miljoen sterfgevallen per jaar.

Over het algemeen komt het iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Geschat wordt dat 1 op de 6 van de mannen en 1 op de 7 van de vrouwen in Europa zullen sterven aan een hartaanval.

Risicofactoren

Allereerst zijn er een aantal factoren die het risico op een hartaanval vergroten. Sommige van deze zijn eenvoudig te corrigeren, zoals schadelijke gewoonten.

De meest relevante risicofactoren zijn:

  • Leeftijd > 65 jaar
  • Man
  • Suikerziekte
  • Arteriële hypertensie
  • Hoog cholesterolgehalte
  • Obesitas
  • Roken, drugsgebruik (onder andere)
  • Sedentaire levensstijl
  • Aanwezigheid van andere hartaandoeningen

Wat gebeurt er bij een hartaanval?

Over het algemeen is de meest voorkomende oorzaak arteriële vaatvernauwing als gevolg van een bloedstolsel. Maar in veel gevallen is het te wijten aan een opeenhoping van vet in de bloedvaten.

  • Ten eerste breekt de opeenhoping van degeneratief materiaal (atheroma) af en verplaatst zich door het bloed.
  • Vervolgens bereikt het uiteindelijk de kransslagaders die ze dan blokkeren.
  • Zo wordt de bloedtoevoer naar het hart verstoord.

Hoewel het zeldzamer is kan in sommige gevallen de trombose worden veroorzaakt door overmatige bloedstolling. Andere zeldzame oorzaken zijn:


Hoe kunnen we weten of er een hartaanval heeft plaatsgevonden?

De symptomen van een hartaanval zijn bij iedereen bekend. Om toch met zekerheid vast te stellen dat er sprake is van een hartaanval, moet aan een aantal klinische vereisten worden voldaan.

Deze vereisten zijn:

  • Symptomen van een hartaanval
  • Elektrocardiografisch bewijs
  • Bloedprop in de kransslagaders
  • Bewijs van hartschade door biochemische tests

Wat zijn de symptomen en tekenen van een hartaanval?

  • Pijn op de borst. Deze pijn is plotseling en langdurig (meestal meer dan 30 minuten). Het wordt gevoeld in het midden van de borst, als een zeer intense druk. Het strekt zich meestal uit naar de linkerarm en -schouder en zelfs naar de nek en kaak.
  • Overmatig veel zweten
  • Kortademigheid, moeite met ademhalen
  • Een gevoel van angst
  • Plotselinge duizeligheid

Afwijkende vertoningen

Hartaanvallen presenteren zich niet altijd als pijn op de borst. Dit is misschien de meest voorkomende, maar soms is het ziektebeeld anders, vooral bij oudere mensen en diabeten.

  • Een pijnloos hartinfarct (30%). Dit presenteert zich met onverklaarbare extreme zwakte, zweten, misselijkheid en braken, bleekheid, kortademigheid…. maar geen pijn.
  • Infarct met pijn, maar met afwijkende kenmerken. Sommige patiënten voelen pijn in de buik, nek en kaak. Hoewel het relatief zeldzaam is, kan een zelfs patiënt met acute buikpijn  een hartfilmpje moeten laten maken.

Wat vinden we in een elektrocardiogram van een persoon met een hartaanval?

De elektrografische veranderingen zijn afhankelijk van het moment waarop het wordt uitgevoerd. Met andere woorden, het elektrocardiogram verandert als het probleem evolueert.

Toch zijn de meest karakteristieke elementen:

  • T-golfveranderingen, die erg puntig en hoog worden. Dit duidt op sub-endocardiale ischemie.
  • Bij een hartinfarct met verhoging van het ST-segment, verhoogt deze meer dan 1 mm. Bij een hartinfarct zonder verhoging van het ST-segment verschijnen de rest van de pathologische bevindingen.
  • Ten slotte kunnen Q-golven gevonden worden, die necrose aangeven.

Het is echter mogelijk om een patient met een hartaanval te hebben met een normaal hartfilmpje. Dit mag echter nooit een reden zijn om een mogelijke hartaanval uit te sluiten.

Wat zijn de biochemische indicatoren?

Biochemische indicatoren zijn moleculen die in het bloed worden gedetecteerd. Hun concentraties nemen in bepaalde situaties geleidelijk toe of af. Dit wordt vervolgens gebruikt voor diagnostische doeleinden.

In het geval van een hartinfarct zijn de indicatoren die worden gebruikt eiwitten die de spiervezels vrijgeven wanneer ze sterven. Deze eiwitten zijn:

  • Myoglobine
  • CK-MB
  • Troponine

Troponinen zijn de enigen die exclusief worden vrijgegeven in de hartcellen. De andere twee eiwitten worden door zowel hartcellen als door de vezels van de andere spieren afgegeven. Dat is de reden dat troponinen de meest specifieke indicatoren zijn voor de diagnose van een hartaanval.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

De diagnose van een hartaanval wordt gesteld met behulp van een zeer gedetailleerde medische geschiedenis en volledig lichamelijk onderzoek.

Samen met de klinische geschiedenis is dit het meest waardevolle hulpmiddel. Bij een patiënt die mogelijk een hartaanval heeft moet onmiddellijk een ECG worden uitgevoerd.

Daarnaast kunnen artsen biochemische analyses gebruiken, zowel invasief als niet-invasief.

Een echo van het hart is de meest waardevolle techniek omdat deze niet-invasief en ook relatief snel is. Wat invasieve tests betreft is de techniek die betere resultaten biedt de hartkatheterisatie.

Behandeling van een hartinfarct

De doelen van de behandeling zijn de vermindering van de grootte van de infarct en de vroege diagnose en behandeling van mogelijke complicaties.

De behandeling van een hartinfarct moet onmiddellijk plaatsvinden. Over het algemeen sterft 30% van de patiënten binnen het eerste uur. De meest voorkomende oorzaak hiervan is ventriculaire fibrillatie.

Onmiddellijke zorg

  • Allereerst, de bewaking van vitale functies:

    • hartfrequentie
    • ademhalingsfrequentie
    • zuurstofverzadiging
    • bloeddruk
  • Rust en controle van de vochtinname.
  • Zuurstof toegediend via de neuscanule als de verzadiging minder dan 95% is.
  • Onder controle houden van pijn en angst met opiaten en anxiolytica. Angst en pijn verhogen namelijk de werklast van het hart. Dit kan uiteindelijk leiden tot een zwaarder infarct.
  • Anti-aggregantia: acetylsalicylzuur (250 mg) met P2Y12-remmer.
  • Bètablokkers om de bloeddruk onder controle te houden.
  • Atropine om de hartfrequentie te regelen.

Reperfusietherapie

Over het algemeen is dit type therapie gebaseerd op de heropening van de geblokkeerde slagader. De patiënt kan het best profiteren van deze therapie in de eerste 12 uur.

Er zijn twee manieren om dit te doen:

  • Het toedienen van fibrinolytische geneesmiddelen. Deze worden aangeraden als dotteren niet mogelijk is binnen de eerste 2 uur na de diagnose. Na toediening van de geneesmiddelen moet de patiënt naar een gekwalificeerde faciliteit worden gebracht om gedotterd te worden.
  • Urgente angioplastiek. Dit is de beste techniek als deze binnen de eerste twee uur na de diagnose kan worden uitgevoerd.